"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Zzp’ers als free riders en het ruifje van de Staat der Nederlanden

Zzp’ers zijn de free riders van de economie. Halen, halen en niks brengen. Dat zou je tenminste denken naar aanleiding van de aanzwellende commotie over hun gebrek aan bijdrage aan de werkgelegenheid en broodnodige innovatie en vooral over de wijze waarop ze de schatkist leegtrekken met hun belastingvoordeeltjes en nonchalante afwijzing van door de verzorgingsstaat opgelegde spaar- en verzekeringsplichten. Ik vind dat een rare gedachte.

Gevestigde orde

Het is de gedachte van de gevestigde orde en de ongerijmdheid ervan werd briljant geformuleerd door Frank Kalshoven in zijn column in de Volkskrant:

Het kabinet laat ambtenaren van uiteenlopende ministeries studeren op de zzp’er. IBO, heet dat in Den Haag: interdepartementaal beleidsoverleg. Het heeft iets komisch. Mannen en vrouwen met een vast salaris, vakantiegeld, een vaste dertiende maand, een 36-urige werkweek, verplicht pensioen, van de gure arbeidsmarkt afgeschermd door het ambtenarenreglement, keurig sociaal verzekerd tegen risico’s van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, buigen zich en groupe over de toekomst van de vrije jongens en meisjes op de arbeidsmarkt.”

Onbezoldigde ambtenaar

Ja, het heeft iets komisch, als het niet zo triest was. Er wordt moord en brand geschreeuwd over ons gebrek aan financiële bijdrage aan de samenleving, maar de gevestigde orde weet echt wel waar ze geld vandaan moet halen. Toen ik mijzelf net had ingeschreven als zzp’er – ik zat nog te kijken hoe de inkt op mijn nieuwe briefpapier aan het opdrogen was –  kreeg ik een brief van de Belastingdienst: ik werd aangemerkt als ondernemer in het kader van de omzetbelasting. Ik werd niet aangemerkt als ondernemer voor de inkomstenbelasting. Met andere woorden: er werd van mij verwacht dat ik als onbezoldigd Rijksambtenaar btw ging heffen, innen en afdragen, maar de daarmee gepaard gaande administratieve kosten plus de risico’s die ik als startend ondernemer liep, waren geheel voor mijn eigen rekening. Op enige financiële tegemoetkoming van de overheid op mijn sprong in het diepe – in de vorm van de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling – hoefde ik voorlopig niet te rekenen. Hoezo, wel halen en niet brengen…?

Vestzak-broekzak

Inmiddels mag ik gelukkig wel ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting en gebruikmaken van de ondernemersfaciliteiten, al blijft er in mijn ogen nog steeds een fors bedrag over dat ik meestal ook nog in één keer moet betalen. Tegelijkertijd draag ik jaarlijks duizenden euro’s af aan btw. Omdat  mijn opdrachtgevers van mening zijn dat ik ‘waarde toevoeg’ en ze bereid zijn daarvoor te betalen. Ook mijn collega-zzp’ers doen elk kwartaal braaf hun btw-aangifte en de Staat der Nederlanden eet gretig mee uit dat ruifje, dat bij elkaar niet minder groot zal zijn dan de optelsom van misgelopen werknemerspremies. Het is vestzak-broekzak. Zoals mijn opa zei: “Net een geit. Schreeuwen om eten met de bek vol.” Die schatkist? Die komt heus niks tekort.

Annemarie Stel is voorlichtingskundige en gedurende 22 jaar gepokt en gemazeld bij de Rijksoverheid, zowel bij ministeries als bij uitvoeringsorganisaties. Zij heeft een achtergrond in ICT en sinds 1992 in arbeidsmarktcommunicatie, als beleidsmedewerker, adviseur, coördinator en campagnemanager, als laatste van Werken bij het Rijk. Sinds 2007 adviseert ze onder de naam Wervingsvisie.nl organisaties over arbeidsmarktcommunicatie, employer branding en recruitment. Meer informatie? Kijk op http://www.wervingsvisie.nl/ Bekijk alle berichten van Annemarie Stel