"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Marx of More? Waar gaat het heen met de flexibilisering van de arbeidsmarkt?

De arbeidsmarkt flexibiliseert hard. Harder nog dan menig politicus of beleidsmaker zich realiseert. Een ontwikkeling met positieve en negatieve kanten. Waar de een het heeft over de noodzaak om de rechten van ‘flex-werkers’ te beschermen, roept de ander dat hij als flex-werker zelf wel uitmaakt of hij rechten moet hebben. Waar gaat het heen met de flexibilisering van de arbeidsmarkt?

Organisaties willen, of moeten, flexibel organiseren. Een trend die negatieve beelden en positieve beelden oproept. Daarnaast individualiseert de arbeidsmarkt. Dat is al decennia aan de gang. Een andere trend. Ook met positieve en negatieve beelden. Twee losse trends, die elkaar wel versterken. Positief en negatief. Waar gaat dat heen. Naar een wereld met tegenstellingen en de strijd zoals Karl Marx die voorspelde of naar een ideale wereld van optimale samenwerking en benutting van talent: Utopia.

Trend 1: Flexibilisering van Organisaties

Organisaties willen flexibel organiseren. Of beter gezegd ‘moeten’ flexibel organiseren. We bevinden ons in een turbulent, onzeker, complex en dubbelzinning tijdsgewricht (VUCA, op zijn Amerikaans) En dat heeft weinig met ‘crisis’ te maken. Het vraagt om ‘lenigheid’. Lenigheid om snel te kunnen reageren op veranderingen: op innovaties, op regelgeving, in het concurrentieveld, geopolitieke ontwikkelingen. Snel kunnen reageren op kansen en bedreigingen, snel de juiste competenties en capaciteit kunnen organiseren, en afscheid nemen van competenties en capaciteit die je niet meer nodig hebt.

Flexibel organiseren is geen hype, maar een trend. Een trend die negatieve en positieve beelden oproept. Positieve beelden: organisaties met oog voor talent (intern en extern), hybride organisatie vormen gericht op samenwerking, ontwikkeling, innovatie. Zoeken naar de ‘win-win’. ‘Fuzzy Firms’. Allianties aan gaan. Goed opdrachtgeverschap. Het roept ook negatieve beelden: flex als kostenreductie, inhuur van externen om regelgeving of bijvoorbeeld cao afspraken te ontduiken, misbruik, interne starheid verbloemen met externe flexibiliteit, tweedeling vast/flex, grote druk op tarieven, bureaucratisering inhuur.

Trend 2: Individualisering arbeidsmarkt

De Tayloriaanse arbeidsverhoudingen, met organisaties als de bovenliggende partij, weinig ruimte voor het individu en langdurige arbeidsrelaties, staan natuurlijk al decennia lang onder druk. Autonomie en zelfverwezenlijking zijn de dominante drijfveren voor individuen. Als dat kan binnen een organisatie: prima. Lukt dat niet, dan vertrek je naar een ander bedrijf of word je bijvoorbeeld zzp’er. Een onaantrekkelijke arbeidsmarkt weerhoudt deze mobiliteit momenteel . Aan de andere kant worden juist nu velen gedwongen die ‘individuele arbeidsmarkt’ op te gaan.
Ook de individualisering van de arbeidsmarkt roept positieve en negatieve beelden op. Aan de positieve kant: de zelfbewuste professional (op alle opleidingsniveaus) die weet wat hij/zij kan en wil. Die verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen carrière, ontwikkeling, inkomen en sociale zekerheid. Die vakmanschap en ondernemerschap combineert en daarin durft te investeren. Onafhankelijke professionals die veel kunnen en willen, en allergisch zijn voor ‘moeten’. De negatieve beelden zijn die van flex-werkers als de net-niet werknemer aan de randen van de arbeidsmarkt. Schijnzelfstandigheid. Onverzekerd. Of de egoïstisch ingestelde zzp’er die werkt voor de hoogste bieder zonder eigen vorm van loyaliteit. Eigenbelang voorop. Korte termijn blik zonder oog voor eigen ontwikkeling. Jobhoppers. Eerst opleiding afmaken in de uren van de baas, en dan wegwezen.

Wordt het Marx (Strijd) of More (Utopia)? Vier scenario’s.

Twee grote trends. Met positieve en negatieve kanten. Twee trends die op zich los staan van elkaar, maar elkaar zeker beïnvloeden. De positieve en negatieve kanten van die twee trends reageren op elkaar. Zo ontstaan vier scenario’s

I:  Breng je de positieve kanten van flexibilisering en individualisering bij elkaar dan ontstaat er een Utopisch beeld (boven in onderstaand schema). Werkrelaties op basis van gelijkwaardige verhoudingen, respect en allianties. Transformationele verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, gericht op innovatie, samenwerking, met een eerlijk ruil. Goed opdrachtgeverschap (en goed opdrachtnemerschap) staat hier centraal.

II:   Wanneer je de twee negatieve beelden bij elkaar brengt (onderin het schema), dan levert dat een beeld op met arbeidsverhoudingen vol strijd à la Marx. Een tweedeling tussen medewerkers in vaste dienst en de flexschil, vakbonden die strijden voor quota voor maximum inzet flex. Stagnatie, transactionele verhoudingen, ‘vervreemding’. Hoge transactiekosten voor organiseren flex (afkoop risico’s, afkopen slecht opdrachtgeverschap).

Komt eenmaal een ‘plus’ en eenmaal een ‘min’ bij elkaar dan krijg je een situatie waarin er vooral een mismatch is op ambities en waarden. De werelden van organisaties en professionals drijven steeds meer uit een.

III:  Het vlucht-scenario (links midden in het schema),  is dat kenniswerk in toenemende mate naar het buitenland verdwijnt bij gebrek aan werknemers of zp’ers die voldoende flexibel zijn in de ogen van de opdrachtgever. Of er worden specialisten uit het buitenland hierheen gehaald.

IV:   Zelforganisatie scenario (rechts midden).  ZP’ers die helemaal geen opdrachtgevers meer nodig hebben (a la de ‘New Brooklyn economy’ of wat in de VS wel de ‘do it yourself economy’ wordt genoemd) en hun eigen werk, opdrachten en eigen economie creëren. Een organisatie als Buurtzorg is zo ontstaan. Professionals die zich niet meer thuis voelden bij de traditionele thuiszorgorganisaties en zelf het heft in handen namen.  In Spanje wordt die zelforganisatie zelfs gekoppeld aan een eigen munteenheid. Denk aan broodfondsen als alternatief voor verzekeringsmaatschappijen. Hoe romantisch dit scenario misschien lijkt, het is momenteel nog wel marginaal.

Zet je dit allemaal in een plaatje, dan ontstaat er zo iets als dit (klik op plaatje om het groter te maken):

scenarios flex en individualisering

 

Hebben we wel de tijd om te wachten op een Revolutie?

De wereld waarin we leven is zo ‘vloeibaar’ dat ik niet denk dat ‘we’ als BV Nederland en masse in een van de vier scenario’s terecht komen. Ze zullen naast elkaar kunnen bestaan. Waarbij er wel een forse tweedeling dreigt.

Daarbij geloof ik er stellig in dat het zowel aan organisaties als aan individuen is om toch op zijn minst een ambitie uit te spreken welke kant zij in dit schema op willen bewegen. En de consequenties daarvan te aanvaarden. Gaan we richting de wereld van Marx of More?

Ja, ik weet het. Karl Marx en Thomas More als tegenpolen neerzetten, dat klopt natuurlijk niet helemaal. Het gaat om de beelden die er bij horen. Het beeld van de Utopische, ideale wereld met harmonie of de wereld met conflict en tegenstellingen van Marx. Het belangrijke verschil tussen beide denkers: volgens Marx zou de ideale wereld pas bereikt kunnen worden na een strijd. Als de twee negatieve kanten van flexibilisering en individualisering maar lang genoeg tegen elkaar botsen, dan ontstaat er volgens zijn theorie uiteindelijk vanzelf een omwenteling en een nieuwe balans. Laat maar komen die strijd, dan komt het wel weer goed.

Alleen: Marx leefde niet in een tijd van globalisering. Wij – organisaties, werknemers, zzp’ers – hebben helemaal geen tijd om de strijd tegen elkaar aan te gaan, om te wachten tot die omwenteling à la Marx komt.  Tegen die tijd zijn we rechts en links al lang definitief ingehaald. Bijvoorbeeld door een land (o ironie) als China.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

6 reacties op dit bericht

  1. HJ,

    leuke tegenstelling en een mooi plaatje. En volgens mij op strategisch niveau het dilemma waar we met zijn allen uit moeten komen; een duidelijke visie waarin we de tekortkomingen van beide modellen mitigeren.

    Chapeau.

    Arjan

  2. Beste Hugo-Jan,
    prima stuk.
    Ik probeer zelf in dit soort trendanalyses het thema duurzaamheid mee te nemen. Bij duurzaamheid hoort naar mijn idee het idee van leven en laten leven. Dat is belangrijker dan het recht van de sterkste. Ik geloof meer in de waarde van waardering voor wat de ander presteert (utopia?).
    E.e.a. betekent dat ik meer in evolutie zie dan in revolutie, al moet ik bekennen dat ik soms denk dat een revolutie wel voor een versnelling zou kunnen zorgen. Wellicht is er een tussenvorm. Een soort Anjer revolutie, waarbij er een streep onder het verleden wordt gezet en degenen met de grootste belangen in het verleden een stap terug moeten doen om ruimte te maken voor nieuw.
    Kortom we blijven doorgaan en bouwen aan een sterke ZIPconomy met allemaal een anjer …………….