"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Terug naar toen: de coöperatie als ‘nieuwe’ vorm van ondernemerschap

We bewegen van een marktmoraal naar een publieke moraal, citeert de Trendrede 2013 filosoof Bas Heijne: we beginnen ons te realiseren dat we niet alleen eisen kunnen stellen aan de samenleving, maar daar zelf ook verantwoordelijkheid in moeten dragen. We moeten wel. De economische successen van de jaren negentig zijn gevolgd door een wereldwijde crisis, zodat we nu met een kater zitten en met vragen naar de werkelijke waarde van de dingen. Het ‘ongebreidelde casinokapitalisme’ is zijn glans verloren, nadat banken jarenlang onverantwoorde risico’s namen, bedrijven van naam en faam werden leeggezogen door ‘vampierfondsen’ en consumptie gold als hoogste goed. Onze mobiele telefoons komen uit hyperefficiënte, maar onpersoonlijke fabrieken, waar ze worden gemaakt door uitgebuite arbeiders. Wijzelf worden opgejaagd tot de aanschaf van het allernieuwste model door state of the art marketing, met gebruikmaking van alle mogelijke kanalen. Tot op vier cijfers achter de komma wordt ons (koop)gedrag meetbaar gemaakt. En daar zitten we nu: een alomtegenwoordige, maar uiteindelijk op veel punten falende markt en een maatschappij die wordt geregeerd door een overdaad aan regels die vaak nog zichzelf tegenspreken ook. Persoonlijke verantwoordelijkheid lijkt niet verder te gaan dan de vraag: ‘What’s in it for me’. Velen hebben intussen het idee dat het anders moet en anders kan. En misschien hoeven we daarvoor niet eens het wiel opnieuw uit te vinden.

Op woensdag 3 oktober liet ik de feestelijkheden in Leiden achter me, wrong me door de menigte richting het station en schoof aan – tussen een heleboel grijze heren en een enkele kleurrijke dame – bij een seminar van de SER en de NCR (de Nationale Coöperatieve Raad voor land- en tuinbouw) met als onderwerp: Coöperatie – ondernemen met een achterban. Coöperaties zijn – in tegenstelling tot veel beursgenoteerde bedrijven – vaak jarenlang en stabiel succesvol. Ze onttrekken zich aan wispelturige investeerders en hebben het belang van hun klanten – officieel leden – als hun belangrijkste richtsnoer. Gezien de tijdgeest is het geen wonder dat deze vorm van ondernemen op hernieuwde belangstelling mag rekenen. De Verenigde Naties hebben 2012 zelfs uitgeroepen tot International Year of Cooperatives.

Normatief

Nederland kent al ruim 120 jaar coöperaties en daar zitten een paar hele bekende – en grote – bij: de Rabobank, Campina/Melkunie, Achmea, om er een paar te noemen. Vaak opgericht om gezamenlijk een vuist te kunnen maken, samen in te kopen of inkomenszekerheid te kunnen bieden. Het zijn verenigingen die zaken doen met hun leden. “Hun doel is normatief”, vertelt Ruud Galle, directeur van de NCR, tijdens het seminar. “Vaak zijn ze ontstaan uit marktimperfecties en om uitbuiting tegen te gaan”. Inmiddels zetten de 2.650 actieve coöperatieve ondernemingen in Nederland wel 111 miljard euro om, zijn ze verantwoordelijk voor 19% van het BBP en werken er 166.000 mensen. Ter vergelijking: de omzet van alle AEX- en AMX-bedrijven op de Amsterdamse beurs is 253 miljard euro. Coöperaties maken geen winst, geen money control, maar people control. Daarin sluit de bedrijfsfilosofie van coöperaties aan op een andere ontwikkeling die de Trendrede voorspelt: “In de toekomst draait het minder om individuele macht en meer om gebundelde kracht”.

Dirk Duijzer van de Rabobank noemt nóg een (morele) aanleiding voor het ontstaan van coöperaties: van oudsher werden in Nederland veel publieke taken ‘uitbesteed’ aan maatschappelijke organisaties. Geen liefdadigheid, maar verantwoordelijkheid van medewerkers én klanten om voordeel te behalen en uitwassen te voorkomen. “Bij coöperaties is nooit sprake geweest van Angelsaksische sturing op control met codes en systemen en met winstmaximalisatie als doel, maar van ketenverantwoordelijkheid met gelijkwaardige partners”, legt hij uit. Solidariteit vormt de basis.

Bedrijfje spelen met een missie

Een coöperatie kan vele vormen aannemen. Mijn opa werkte jarenlang bij een landbouwcoöperatie in Raalte, Overijssel. Wat hij daar precies deed, daar heb ik tot de dag van vandaag geen idee van. Soms mocht ik mee naar een kippenboerderij, soms achter op de combine en soms stond ik te griezelen in het slachthuis. Bij het kantoor stonden hoge silo’s met ‘diervoeders’ – zonder twijfel gezamenlijk tegen gunstige prijzen ingekocht. De klassieke coöperatie. Aan de andere kant staan de kolossen van Rabo en Achmea. Maar het coöperatieve idee spreekt tegenwoordig ook op andere manieren aan. Tegenover de multinationals staan steeds vaker kleine initiatieven op, variërend van buurten die met zonnepanelen hun eigen energie opwekken en het overschot verkopen, tot het ‘Broodfonds’, een alternatieve vorm van verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid op solidariteitsbasis.

Er zijn netwerken van ZZP’ers in opkomst die – naast het van dienst zijn van klanten – ook een ‘ideële’ doelstelling hebben: van het delen van kennis en ervaring tot een efficiënte bedrijfsvoering met zo min mogelijk overhead en een ‘small footprint’. “Een revolutionair antwoord op het doorgeslagen multinationale kapitalisme”, zoals het werd verwoord in de aflevering ‘Power to the People’ van Tegenlicht op 8 oktober. Zeker in kleinere verbanden geeft het ruimte aan zelfstandigheid en autonomie. “Bedrijfje spelen met een missie”, zoals één van de sprekers het noemde. Sinds kort maak ik zelf ook deel uit van zo’n collectief van ZZP’ers. We zijn met z’n negenen en wat ons bindt zijn een website – en een visie. We doen het zelf en we doen het samen. Maar die samenwerking neemt ons onze autonomie niet af, we brengen onze ondernemingen niet in. “Zelfsturing in sociale samenhang is de krachtige motor achter maatschappelijke vernieuwing”, zegt ook de Trendrede.

Maffia

Is een coöperatie dus het antwoord op alles? Lost het de maatschappelijke problemen in een handomdraai op? Tijdens het seminar komen de kanttekeningen van hoogleraar Mirjam van Praag. Een coöperatie mag eigenlijk niet te groot zijn, zegt ze. Hij functioneert het beste als de leden elkaar kennen en regelmatig treffen. Besluitvorming is gebaseerd op consensus, wat de snelheid en mate van innovatie kan belemmeren. De groep moet homogeen zijn en geen belangentegenstellingen kennen. En het doel hoeft heus niet altijd zo maatschappelijk verantwoord te zijn, voegt een aanwezige FNV-bestuurder eraan toe; ook de Maffia kan een coöperatie oprichten. Ze voldoen aan alle voorwaarden: een homogene groep met specifieke belangen, een gezamenlijk doel en een grote behoefte aan ‘soevereiniteit in eigen kring’.

In een afsluitend betoog geeft SER-kroonlid Louise Fresco de zaal een paar noties mee. Er komen vragen op ons af die geen simpele antwoorden kennen, zegt ze. De markt is failliet, de overheid wordt steeds minder zichtbaar. Burgers hebben steeds meer moeite met de schaalvergroting en er ontstaat verlangen naar kleinere verbanden: de wijk, andere gemeenschappen. Het is het gevolg van het ‘principiële marktfalen’: niet iedereen is in staat om overeind te blijven in de toenemende mondialisering en globalisering, omdat niet iedereen over de juiste of voldoende kennis beschikt. Coöperatieve vormen van samenwerking kunnen die negatieve effecten wellicht tegengaan. Dat kan in een juridische vorm, maar het gaat er vooral om dat we samen naar oplossingen zoeken, aldus Louise Fresco.

Na afloop stond er een uitstekende borrel klaar, maar ik verliet de nakeuvelende grijze heren en enkele kleurrijke dame al gauw. Het was 3 October, per slot en de hutspot stond te wachten.

Dag van de Coöperatie

Wil je meer weten over dit soort nieuwe vormen van samenwerking en wat je er voor je eigen praktijk aan kunt hebben? Op 25 oktober organiseert een aantal organisaties in Utrecht de Dag van de Coöperatie: “Een dag vol inspiratie, met als doel de kracht van samenwerking in de coöperatie te benadrukken”. Aanmelden kan via de site.

Annemarie Stel is voorlichtingskundige en gedurende 22 jaar gepokt en gemazeld bij de Rijksoverheid, zowel bij ministeries als bij uitvoeringsorganisaties. Zij heeft een achtergrond in ICT en sinds 1992 in arbeidsmarktcommunicatie, als beleidsmedewerker, adviseur, coördinator en campagnemanager, als laatste van Werken bij het Rijk. Sinds 2007 adviseert ze onder de naam Wervingsvisie.nl organisaties over arbeidsmarktcommunicatie, employer branding en recruitment. Meer informatie? Kijk op http://www.wervingsvisie.nl/ Bekijk alle berichten van Annemarie Stel