"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Wiebes: naheffing loonbelasting verhalen op zzp’er er geen probleem

Staatssecretaris Wiebes van Financien ziet geen bezwaar bij artikelen in modelovereenkomsten Wet DBA waarin opdrachtgevers vastleggen dat ze eventuele naheffingen loonheffingen mogen verhalen op zelfstandigen. Dat antwoordt hij op Kamervragen gesteld door Mei Li Vos.

Staatssecretaris Wiebes van Financien heeft geen bezwaar bij artikelen uit contracten tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers (bijvoorbeeld in modelovereenkomsten Wet DBA), waarin opdrachtgevers vastleggen dat ze eventuele naheffingen loonbelasting verhalen op zelfstandigen. Dat antwoordt hij op Kamervragen gesteld door Mei Li Vos. Vos (PvdA) stelde de vragen naar aanleiding van nieuwe algemene voorwaarden voor freelance journalisten van de Persgroep waarin dergelijke artikelen staan. Dit soort verhaalartikelen komen overigens regelmatig voor in modelovereenkomsten in het kader van de Wet DBA.

Verhaal loonheffing

Wiebes stelt dat verhaalsbepalingen niet ongebruikelijk zijn:  “Als achteraf blijkt dat een arbeidsrelatie toch een dienstbetrekking is (geweest) en een opdrachtgever met betrekking tot die  arbeidsrelatie te maken krijgt met een naheffing van loonheffingen, is het verhalen door de opdrachtgever op de opdrachtnemer van de nageheven loonbelasting en premie volksverzekeringen gebruikelijk. Dit deel van de heffingen dient immers door de werknemer te worden gedragen. Zolang een
opdrachtgever/werkgever alleen de verschuldigde loonbelasting en premies volksverzekeringen verhaalt, handelt hij dus conform de wet. De  opdrachtnemer/werknemer kan de op hem verhaalde premie volksverzekeringen  en loonbelasting als voorheffing vervolgens verrekenen met de door hem in de inkomstenbelasting over zijn totale inkomen verschuldigde inkomensheffing.”

Verhaalverbod premies werknemersverzekeringen

Goed om hier het verschil te zien tussen loonheffing en de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Daarvoor  geldt een verhaalsverbod. “Die heffingen worden immers door de werkgever gedragen. Een bepaling over het verhalen van deze premie of deze bijdrage op de werknemer, die wettelijk niet is toegestaan, is in zijn geheel nietig  en converteert niet in een geldige bepaling. Hiermee is sprake van de bedoelde  gedeelde verantwoordelijkheid voor de arbeidsrelatie, waarbij ieder de ‘eigen’  lasten draagt “, zo schrijft Wiebes.  De Persgroep heeft de bepalingen overigens al aangepast.

Contractvrijheid

Wiebes ziet ook geen bezwaar in artikelen uit de algemene voorwaarden waarin de overeenkomst eenzijdig opgezegd kan worden door de opdrachtgever indien de freelance journalist in strijd handelt met bepalingen die zijn/haar zelfstandigheid regelt. Wiebes: “Die bepaling is kennelijk vooral bedoeld als een stimulans voor de opdrachtnemer  om de afspraken in de voorwaarden strikt na te leven, om zo een arbeidsovereenkomst te vermijden en naheffingen bij de opdrachtgever te helpen
voorkomen. Immers, de schade wordt volgens de voorwaarden alleen verhaald bij  redenen die voor rekening en risico komen van de opdrachtnemer, zoals het door hem afwijken van de afspraken in het contract.”

Wiebes merkt tot slot op de het “van belang (is) dat partijen de contractsvrijheid hebben om een dergelijke bepaling in hun overeenkomst op te nemen.” Of te wel: als een opdrachtnemer het niet eens is met een dergelijke overeenkomst, dan staat het hem vrij om er niet mee in te stemmen. Al kan dat hem dan wel de opdracht kosten.

In dit korte vraag- en antwoordspel tussen de VVD Staatssecretaris en het PvdA Kamerlid laat ook het verschil van perspectief zien tussen de twee colatiepartijen. Waar Vos zich zorgen maakt dat dit soort freelancers machteloos staan ten opzichte van grote en dominante opdrachtgevers ziet Wiebes het meer als vrij economisch verkeer tussen twee partijen: opdrachtgever en opdrachtnemer.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

10 reacties op dit bericht

  1. De reactie van de staatssecretaris verbaasd niet. Het is in lijn met zijn standpunten eerder in de behandeling in met name de Eerste Kamer.
    De fictie die gehanteerd wordt dat twee gelijkwaardige partijen een overeenkomst aangaan. Er is dan sprake van contractsvrijheid tussen partijen en dus kan in feite alles wat niet door god en gebod (wet) is verboden opgenomen worden in de overeenkomst. In deze lijn werd door de Belastingdienst elke verhaalsmogelijkheid van opdrachtgever op opdrachtnemer aanvankelijk ook goedgekeurd (ook die voor de werknemersverzekeringen; ondanks het wettelijk verbod hierop).
    Wiebes negeert de werkelijke situatie die aan de orde is. Er is altijd sprake van een opdrachtgever en een opdrachtnemer en in deze situaties waar de opdrachtnemer later als werknemer gezien wordt, mag je er vrijwel van uit gaan dat de gelijkwaardigheid er al bij de contractering nauwelijks was. Je kunt dit vergelijken met de bescherming in het contractenrecht voor consumenten (en kleine bedrijven) tegen grote partijen, met de beroemde kleine letters waar alles wordt uitgezonderd.
    De marginale toets van de Belastingdienst ten aanzien van dit soort bepalingen is begrijpelijk vanuit de rol en positie van inner van belastingen. Links of rechts halen is niet van belang. Nu ze echter steeds meer als arbeidsmarkt reguleerder op moet treden past deze marginale toets mijns inziens niet meer.

    • Helemaal mee eens. Als je ZZP’ers behandeld als werknemers dan met je dat wel helemaal doen.

  2. Logisch verhaal van Wiebes. Vraag me wel af waarom hij dan toestaat dat zijn Belastingdienst nog steeds voorgelegde modelovereenkomsten goedkeurt waarin naheffingen van premies werknemersverzekeringen wèl worden verhaald. Misschien is de fiscus niet verplicht daarop te toetsen maar het wordt wel met de dag merkwaardiger. Zie ook het argument hierboven van Joop der Weduwen.

    • De ongelijkheidcompensatie waaraan Der Weduwen refereert is terug te zien in de stevige sanctie op te vergaande verhaalsbepalingen: nietigheid. Zoals Wiebes schrijft converteert een ongeldige verhaalsbepaling NIET in een geldige. De opdrachtgever mag dan dus helemaal niets verhalen op de zzp’er. Dat de Belastingdienst ongeldige verhaalsverklaringen goedkeurt is dus vooral in het nadeel van de opdrachtgever. Als (belangenorganisatie van) zzp’ers zou ik ongeldige bepalingen daarom gewoon laten staan en bij een eventuele naheffingen wijzen op de nietigheid ervan.

      • Er blijkt dus dat het opstellen van een modelovereenkomst niet te lichtzinnig genomen moet worden voor opdrachtgever en -nemer, nietige bepalingen moeten ten alle tijden voorkomen worden.

        Dat de loonheffingen (niet zijnde premies werknemersverzekeringen) worden verhaald heeft natuurlijk niets met ongelijkheid van contractpartijen te maken. Als je zeg € 100 per uur hebt afgesproken, wil je op een later moment niet dat die € 100 converteert naar € 208,20 per uur omdat de fiscus het uitbetaalde bruteert (tegen anoniementarief want de opdrachtgever mag op grond van wetgeving zijn opdrachtnemer niet identificeren in de zin van de Loonbelasting). Dat gebeurt als de opdrachtgever niet verhaalt. De opdrachtnemer zou de door hem betaalde inkomstenbelasting ook nog eens terug kunnen vragen als de opdrachtgever ook al loonheffingen heeft betaalt zonder te verhalen.

        Ik begrijp dan ook niet waarom hier zoveel aandacht aan wordt besteed. Mei Li Vos als vragensteller zou zich eens achter de oren moeten krabben. De PvdA is immers mede-architect van de Wet DBA.

        Misschien leiden dit soort Kamervragen wel tot extra koudwatervrees bij opdrachtgevers die denken, ik moet aan deze discussie voorbij gaan en niet meer rechtstreeks inhuren.

  3. Wat Ewoud zegt over verbod om kopie te maken van ID bewijs is ook een zeer belangrijk punt. Wiebes weet dit, maar voert ondanks vragen vanuit de Tweede Kamer niet niet (net als ten tijde van de var) een verplichting in om opdrachtgevers de benodigde wettelijke verwerkingsgrondslag te bieden. Hopelijk dringt de Kamer hier opnieuw op aan om het risico voor opdrachtgevers te beperken en hen misschien iets minder terughoudend te maken.

  4. Beetje off topic maar toch: Ik ben benieuwd wat er gebeurt na constatering van de zogenaamde arbeidsrelatie ( dienstverband ). Gelden dan de reguliere ontslagregels voor de opdrachtgever ? En heeft de zzp’er dan ook recht op een WW uitkering ( de premies zijn dan immers afgedragen ).

    • Over de arbeidsrechtelijke implicaties komt de Cie Boot nog te spreken. Eind december wordt het rapport verwacht. Het recht op een uitkering is overigens niet afhankelijk van daadwerkelijke betaling van premies, maar alleen of dat had gemoeten. En de aanvrager moet voordat hij die uitkering krijgt ook nog voldoen aan allerlei strenge criteria, die voor een ‘gewone werknemer’ doorgaans haalbaarder zullen zijn dan voor een zzp’er. Lijkt mij zeer interessant om te weten welk percentage van de uitkeringsaanvragen door loonheffingplichtige zzp’ers straks worden afgewezen.

    • Als er een dienstverband wordt geconstateerd (bijvoorbeeld na controle door de Belastingdienst of door het UWV) zal er inderdaad recht bestaan op een uitkering. Een loondienstverband kan ook geconstateerd worden op het moment dat de zzp-er na het aflopen van een opdracht zich meldt bij het UWV en stelt dat hij eigenlijk in een loondienstbetrekking heeft gewerkt, dan kan het UWV onderzoeken of er recht bestaat op een uitkering. Als het antwoord ja is, wordt dat ook doorgegeven aan de Belastingdienst. Dan kan de Belastingdienst eventueel verschuldigde premies werknemersverzekeringen naheffen.

      Of een zzp-er er verstandig aan doet om zich bij het UWV te melden is natuurlijk de vraag. Hij zal de rekening mogelijk voor een deel gepresenteerd krijgen als loonheffingen (niet werknemersverzekeringen) op hem worden verhaald door de Belastingdienst of de opdrachtgever.

      Om sprake te zijn van een loondienstverband moet er een arbeidsovereenkomst zijn gesloten. Het lijkt mij dan ook dat de ontslagregels voor de opdrachtgever gelden.

      Met deze vraag stip je één van de oorzaken van het afschaffen van de VAR-verklaring aan. Onder de VAR heeft een zzp-er na afloop van een opdracht met succes een ww-uitkering aangevraagd. UWV zei nee geen recht op uitkering want zzp-er onder een VAR-verklaring. Rechter zei: wel recht op ww-uitkering want feitelijk in loondienstbetrekking. Verhaal bij opdrachtgever was door VAR niet mogelijk.